Vroeger gebruikte ik alleen de term zwager of schoonzus. Nu hoor ik ook vaak de term schoonbroer. Nieuwgierig als ik ben, ging ik op zoek naar de verschillen.
Schoonbroer
Zwager blijkt een ouder woord dan schoonbroer te zijn. Het woord schoonbroer is ‘pas’ rond de vijftiende eeuw opgekomen; in de categorie familietermen. Omdat we veel termen in het Frans gebruikten, en in die taal iemand aanspraken met de term beau (mooi of schoon) als je beleefd wilde zijn, gebruikte je dit zeker bij je je aangetrouwde familie. Juist binnen de familie waren we (zijn we toch nog steeds?) erg beleefd tegen elkaar. In het Frans gebruikte je veel woorden als belle-soeur of beau-frère en beau-sire (mooie heer). Let op: Hierbij ging het dus niet om uiterlijke kenmerken. Schoonbroer is dus een leenwoord uit het Frans. Begaf je je in de hogere sociale kringen nam je deze termen over. Lekker chique.
Omdat de invloed van het Frans in het Zuiden van het land groter was dan in het Noorden, zijn er verschillen binnen ons kleine kikkerlandje ontstaan. In het Noorden blijven we (tot op de dag van vandaag) vaker de term zwager gebruiken. Het ligt er dus maar net aan waar je woont. De Fransen hebben ons dus meer gebracht dan kaas en wijn.
Zwager
Zwager was vroeger een veel breder begrip dan tegenwoordig. In de middeleeuwen de gewone benaming voor alle aangetrouwde, mannelijke familieleden. Ontstaan in het Germaans. Er kon dus niet alleen een schoonbroer, maar ook een schoonvader mee bedoeld zijn. Naast zwager was de variant zweger en zweer in gebruik. Daarmee werden later de woorden als zwegerheer/zwegervader (‘schoonvader’) en uiteindelijk ook de vrouwelijke variant zwegermoeder, zwagerin of zwageres (‘schoonmoeder’) gevormd. Bovendien waren er ook nog combinaties met behuwd- gangbaar, zoals behuwdzuster voor ‘schoonzuster’. Om het makkelijk en overzichtelijk te houden (…).
In sommige dialecten bestaat het woord snaar. Het is een oud woord, dat ooit de algemene betekenis ‘vrouw’ had. Een snaar of snaartje wordt later gebruikt voor een schoondochter of een schoonzus.
Zwager betekent dus gewoon: broer van de echtgeno(o)t(e) of echtgenoot van de zus of broer. In de Van Dale staat het woord schoonbroer uitgelegd als ‘schwager’.
Voor sommige mensen is er een betekenisverschil ontstaan tussen zwager en schoonbroer. Een zwager is dan ‘de man van je eigen zus’ of ‘de man van je eigen broer’. Een schoonbroer is dan ‘de broer van je man’ of ‘de broer van je vrouw’, of ‘de man van de zus of broer van je man of vrouw’. Maar dit verschil hanteert zeker niet iedereen. Ik denk dat het er vooral aan ligt waar je woont en welke termen in je familie worden gebruikt. Schoonbroer en zwager betekenen allebei de broer van iemands partner of de mannelijke partner van iemands zus of broer. We doen niet moeilijk en gebruiken het lekker door elkaar.
Bron foto’s: Pixabay.com
In mijn moerstaal, de Midden-Drentse variant van het Nedersaksisch, kennen we wel het woord ‘snaore’ voor vrouw. Ongetwijfeld gerelateerd aan ‘snaart(tje), maar in mijn moerstaal is het geen positieve benaming.
Als gezegd wordt dat iemand ‘een snaore van een wief is’, wordt toch echt een onaangenaam iemand bedoeld. Je zou kunnen zeggen: ” elke ‘snaor’ is een vrouw is, maar niet elke vrouw is een ‘snaor’.
Dank je voor de aanvulling. Leuk om te lezen.
Zoals vroeger je vrouw ‘je wijf’ was. Dat kan nu echt niet meer. Het heeft een andere betekenis gekregen.
Overigens is het ook merkwaardig dat als je het over ‘dat mens’ hebt er altijd een vrouw bedoeld wordt. We hebben er een specifieke betekenis aan gegeven. Ach ja, zo gaat dat.
Zo ook: die Deen. Dat is prima. Maar: die Turk is dan weer niet oké.
Nu worden we natuurlijk steeds gevoeliger hiervoor. Dat is de tijd waarin we leven.
ja ik denk dat alles gevoeliger wordt. maar ja, kleine moeite om rekening met onze medemens te houden. je wilt niemand kwetsen.