virusVirus. We weten er zo langzamerhand alles van  na de coronapandemie.

 

Virus

Virus

Een virus is een klein deeltje van organisch materiaal dat zich vermenigvuldigd in cellen van levende wezens en zich dan kopieert in die ‘gastheercel van een levend wezen’. Virussen zijn zeer klein. De diameter ligt gewoonlijk tussen de 20 en 300 nanometer, dat is ongeveer honderd keer zo klein als de meeste bacteriën. Ze infecteren dus andere vormen van leven (ook dieren, schimmels, bacteriën en planten).  Het influenzavirus verandert heel snel en ontwikkelen resistentie tegen antivirale middelen. Zo’n deeltje kan zich niet zelfstandig voortplanten. Ze maken gebruik van een levende gastheercel. Zo’n cel wordt na infectie/besmetting geprogrammeerd om honderden tot duizenden kopieën te maken van het oorspronkelijke virus.

Besmettelijk

Heeeeel klein

Een virus is anders dan een bacterie. Je ziekt van beiden ziek worden maar van een virus heb je minder deeltjes nodig om ziek te worden. Virussen zijn daarom dus veel besmettelijker. Zo’n virus zit overal in; ontlasting, braaksel, oppervlakte water en speeksel (uitgeademde aerosolen).  Het kan niet lang buiten je lichaam leven, maar net genoeg om je erg ziek te maken. Denk aan de deurkruk in een toilet. Ze zitten ook in ook in oppervlakte water. Dieren die in dat water leven (dus ook muggen en teken) kunnen ook besmet worden. Spoel daarom eten goed af en kook het indien nodig. Als je dieren hebt aangeraakt, altijd handen wassen (net als na het plassen).

Hygiëne

Handen wassen

Goede hygiëne is belangrijk. Ook om te voorkomen dat je besmet (ziek) wordt. Was je handen goed en grondig met zeep, nies en hoest in je elleboog. Vermijd mensen die ziek zijn. Geef iemand dan geen hand. Maak je huis goed schoon, zorg dat je aanrecht schoon is en was ook altijd je handen voor het koken.

Immuunsysteem

Immuunsysteem

Ben je dan besmet kun je er bijna in alle gevallen van uit gaan dat je geen gevaar loopt. Je lichaam (immuunsysteem) gaat aan de slag om het virus te bestrijden. Na een paar dagen en/of weken voel je je weer wat beter. Daarom is rust nemen ook belangrijk. Je lichaam gebruikt veel energie om je weer beter te maken. Behalve in een aantal gevallen. Oudere mensen zijn vatbaar maar ook (prematuren) en pasgeboren baby’s. Of de groep mensen met een ziekte zoals HIV. Ik heb bijvoorbeeld CLL/SLL (chronisch lymfatische leukemie). In mijn lichaam woekeren de witte bloedcellen en ontstaat er een ophoping van niet goed werkende cellen in het lichaam. Mijn afweersysteem is daardoor verzwakt. Daarom ben ik vatbaar voor allerlei virussen (gordelroos bijvoorbeeld) maar ook bacterieen en schimmels.