Geurdoof. Ook wel anosmie, anosmia, anodmie of anosfresie. Het gebrek aan reukzin. Je kunt niet meer ruiken.
Geurdoof
Zweetvoeten, parfum, verse koffie: geur is overal om ons heen. Toch onderschatten we vaak hoe belangrijk ruiken is. Van gevaarherkenning tot partnerkeuze, onze neus wijst ons vaak de weg. Hoe is het om niet te kunnen ruiken zoals veel mensen met corona ervaren? Ruiken en proeven hangen ook nog eens nauw met elkaar samen. De één wordt blij van de geur van gemaaid gras, de ander raakt gestrest als hij chloor ruikt. Ik moet kokhalzen bij het proeven van melk. Vaak heeft dat te maken met herinneringen: een geur kan sterke associaties oproepen met iets wat je ooit hebt meegemaakt.
In ons reukorgaan zitten zo’n 30 miljoen reukcellen. Dat de mens vergeleken met andere zoogdieren maar een matige ruiker zou zijn, is inmiddels achterhaald. Een Amerikaanse wetenschapper concludeert dat we een prima reukvermogen hebben dat zelfs niet onderdoet voor dat van een hond of knaagdier.
Aandoening en stoornissen
Geurdoof is een serieuze aandoening. Tijdelijk of permanent. Soms kun je nog een beetje ruiken (specifieke geuren) maar soms ontbreekt de geurzin volledig. Het kan ook nog zijn dat je geuren waarneemt die er niet zijn of weer geuren ruikt, die erg onaangenaam zijn.
Wat is dan eigenlijk ruiken? Bij het ruiken, herken je geuren. In je neus zitten cellen die gevoelig zijn voor geuren. Deze cellen nemen die geuren dan ook op. De reukzenuwen geleiden deze prikkels naar je hersenen. Daar worden ze omgezet in geurgewaarwordingen. Het ‘reukzintuig’ zit vlak boven je neus.
Stoornissen komen soms door een virale infectie (zwelling van het slijmvlies bijvoorbeeld), hoofd(schedel)trauma, leeftijd, roken, scheefstand neustussenschot, maar ook bepaalde onderliggende ziektes (bijvoorbeeld Parkinson en Alzheimer). Minder vaak voorkomende oorzaken zijn medicatie (amfetaminen) en blootstelling aan toxische stoffen (bijvoorbeeld chloor of zware metalen).
Smaakbeleving
Als je niet goed ruikt, smaakt je eten ook minder lekker. Heb je last van geurdoofheid, loop je dan ook het risico veel af te vallen. Of je raakt depressief. Je kunt je voorstellen dat als je niet kunt ruiken, je bang bent dat je stinkt. Hierdoor word je onzeker. Vaak gaat het verliezen van je reuk heel geleidelijk en ben je je er niet altijd van bewust. Reuk speelt ook een belangrijke rol bij de herkenning van gevaar, zoals rook en gas.
Sommige, geurdove mensen hebben toch het gevoel dat ze bepaalde geuren ‘waarnemen’. Als je bijvoorbeeld aan een fles ammoniak snuift, krijg je een prikkeling in de neus. Dit is geen geurwaarneming maar een reactie van een bepaalde zenuw in de neusholte. Met je tong kun je nog wel waarnemen of iets zuur, zout, bitter, umami of zoet is. Maar dat is weer anders dan ruiken dus. Ingewikkeld.
Training
Is je geurzin veranderd of (geleidelijk) verdwenen? Hoe lang ben je al geurdoof? Ruik je de natte hond van de buurvrouw niet meer? Probeer dan samen met je huisarts (en kno-arts) te kijken wat er is veranderd. Maak dus een afspraak. Blijf niet doormodderen. Je kunt je reukorgaan zelfs trainen. Wijnkenners en parfumeurs zijn bijvoorbeeld extreem goed in het herkennen van geuren. Mensen met zo’n uitzonderlijk reukvermogen worden ook wel ‘Neus’ genoemd.
Het was in 1998 dat ik door een vrij ernstig ongeluk, waarbij ik redelijk dooreengeschud ben, dat ik het overgrote deel van mijn reuk kwijtgeraakt ben. Had soms voordelen, maar nog veel meer nadelen. Je wordt niet meer tijdig gealarmeerd.
Ik proef nog wel de smaken met mijn tong, maar dat wordt niet meer ondersteund door mijn neus. Erg lastig bij koken bijvoorbeeld. Dat moet ik vooral doen op routine. Een nieuw recept is voor mij dan ook een redelijke ramp.
Soms ruik ik nog wel iets als de oorzaak ook duidelijk zichtbaar is; in een varkensstal zal ik de varkens wel ruiken, maar als ze uit beeld zijn is de geur ook vaak verdwenen. Maar soms krijg je ook heel vreemde situaties. Op een vakantie op Kreta in 2009 bijvoorbeeld rook ik tijdens een avondwandeling een zeer duidelijke strontlucht, die vrouw Helena niet rook. Integendeel, zij rook alleen maar de zware zoete geur van een bloeiende jasmijn. Ter controle de volgende dag hetzelfde stukje gelopen en weer dezelfde ervaring. Een typisch staaltje van geurvervorming vond ik achteraf.
Tjonge jonge wat een verhaal. Dan merk je pas wat je zintuigen doen. Ik had me er nooit zo in verdiept. Nu wel. Dank je voor het delen.