Zoervleis met runderrib- of sukadelappen. De snelle versie van een oorspronkelijk Venloos familierecept, uitontwikkeld door onze vrienden, de Familie Titulaer.
Recept zoervleis; voor 8 personen
1200 g runderriblappen of sukadelappen (op kamertemperatuur)
Ca 100 g boter
200 ml witte wijnazijn (“aek” in het Venloos)
200 ml warm kraanwater
8 gedroogde laurierblaadjes
8 gekneusde jeneverbessen
6 kruidnagels
6 uien (“louk” in het Venloos)
4 sneetjes ontbijtkoek (“paeperkook” in het Venloos)
8 el rinse appelstroop (“kroeët” in het Venloos)
2 el donkere basterdsuiker
Bereiding
Snijd het vlees in blokjes van 3 bij 3 cm. Bestrooi met peper en zout. Braad het vlees in porties aan in boter (al omscheppend tot lichtbruin).
Voeg al het aangebraden vlees bij elkaar in een grote stoofpan. Schenk de azijn en het warme water langs de wand van de pan bij het vlees. Voeg de laurierblaadjes, jeneverbessen en kruidnagels toe. Breng aan de kook en doe de deksel op de pan. Stoof het vlees 1 uur op laag vuur.
Snipper de uien en bak ze in boter in ca 5 min, al omscheppend, goudbruin. Snijd de ontbijtkoek in blokjes. Schep de uien met de appelstroop en ontbijtkoek door het vlees en stoof nog minimaal 1 ½ uur. De ontbijtkoek is voor de smaak en om de saus te binden. Het vlees mag helemaal uit elkaar vallen. Voeg eventueel nog een scheutje warm water toe. Breng het zuurvlees (zoervleis) op smaak met versgemalen peper en zout en de bruine basterdsuiker. Uiteindelijk moet het een dikke gebonden saus worden.
Julius Caesar
Duitse wetenschappers stellen dat Julius Caesar op zijn veroveringstocht al in azijn en wijn ingelegd vlees meevoerde. Niet om het vlees lekkerder of zachter te maken, maar omdat je het dan langer kon bewaren. De Romeinen brachten ook fruit en druiven mee naar Nederland. In de recoquinaria (beroemd Romeins kookboek) laat zien dat dit gerecht gebruikt werd om Sauerbraten te maken. In Limburg nu één van de beste regionale gerechten. De naam is misschien niet handig gekozen maar daarom blijft het misschien altijd een streekgerecht en de link naar Duitsland (Sauerbraten). Zuurvlees is niet alleen zuur, maar vooral ook zalig zoet. Met een -s aan het eind, een -sj of een -sch, maakt allemaal niet uit. Het is gewoon super lekker.
Dikke frieten
Serveer er dikke frieten bij (in Limburg wordt er een schep zoervleis bovenop de frieten geschept) en zelfgemaakte appelcompote. Smakelijk eten of te wel ”Laot ’t óg smake” in het Venloos.
Nog meer lekkere recepten zijn te lezen op: www.titunet.nl (bakken wie ein tiet).
Heerlijk hè! ?
Helemaal fantastisch. Super van smaak. Dank je voor het recept.
Voor zoervleis werd oorspronkelijk paardenvlees gebruikt in Limburg. Het werd een nacht in de azijn geweekt waardoor het taaie paardenvlees malser werd. Elke Limburgse streek heeft wel z’n eigen recept. Zelf vind het het recept van Café Sjiek in Maastricht het lekkerst.
Heerlijk om dit soort recepten en tips te delen toch?
Grappig om te zien dat er woorden in het Limburgs zijn die we in het Drents ook kennen. In Zuid-Drenthe wordt azijn ook ‘èek’ genoemd en in mijn geboortestreek, Midden-Drenthe, was het edik. Heb al weer enige jaren geleden (2009), op een dialectendag in de Tamboer in Hoogeveen, georganiseerd door de Stichting Nederlandse Dialecten, een geanimeerd gesprek gehad met een Maastrichtse dame, waarbij wij beiden onze eigen moerstaal gebruikten en het kwam maar zelden voor dat we uit moesten wijken naar de standaardtaal. We snapten elkaar opperbest. Als je even je best doet hoeft er niet echt een communicatieprobleem te zijn. Vaak is het vooroordeel al voldoende om elkaar niet te kunnen/willen verstaan.
Alleen bij het ‘kroeët’ had ik even terug moeten gaan naar de standaardtaal. Daar kon ik niks van maken
Maar een leuk recept, vind je het goed dat ik het binnenkort opneem in het verenigingskrantje van de Drentse Vereniging waarvan ik lid ben?
Leuk en interessant om te lezen. Ik vind het prima dat je het recept opneemt. Komt van vrienden van ons uit Limburg.