TT in Assen. Letterlijk betekent het Tourist Trophy. Ontleend aan de TT Races op het Isle of Man TT.
TT Assen
Sinds de start georganiseerd en gereden op de zaterdag (in verband met de zondagrust). Zo lang als ik me kan heugen. Nu natuurlijk niet meer in verband met (internationale) televisierechten. Al toen ik op de lagere school zat was ik geobsedeerd door motorrijden. Twee grote neven in onze familie reden motor. Als ik de kans kreeg, ging ik graag een stukje mee; achterop. Op en top genieten. Ik ben er eens een beetje ingedoken wat er zo langs dit (huidige) 4,5 kilometer lange heilige asfalt gebeurt. Met al die taludplaatsen, parkeervelden, tribunes en VIP rooms.
Nederlandse TT
Op zaterdag 11 juli 1925 reden de coureurs van het eerste uur de Nederlandse TT. Toen was het circuit 28,4 km lang. Het circuit werd in die tijd gevormd door de wegendriehoek tussen Rolde (start/finish), Borger en Schoonloo. Georganiseerd door Motorclub ‘Assen & Omstreken’. Uiteindelijk moeten er grote investeringen gedaan worden en wordt de organisatie ondergebracht (1936) bij de ‘Stichting Circuit van Drenthe’. Door tussenkomst van de Tweede Wereldoorlog wordt in 1946, de 16e TT hervat. Na veel herzieningen rijden in 1955 de coureurs op een compleet nieuw circuit. Op Asser grondgebied, 7,7 km lang en geschikt gemaakt voor de zijspanraces. Nu ligt de organisatie in handen van een zelfstandige stichting.
Ik kan me herinneren dat er op de TT zo rond de 100.000 bezoekers waren. Enorme aantallen. Nu zijn het nog veel en veel meer. De veiligheidseisen zijn dan ook behoorlijk naar boven afgesteld. Wij reden (zo ongeveer in 1980) al in de vroege morgen door Assen (en Witten) om een plekje aan het circuit te bemachtigen. Tenten en dronken bezoekers all over the place. Motoren op de grote velden. Geen auto te bekennen. Samen wandelen naar de baan. Daar stonden vaak nog tenten van mensen die ter plekke overnacht hadden. Nederlands weer: Warm, soms heel warm (betalen voor water) en soms samen afgedekt onder meters lange stukken plastic. Wat een herinneringen.
Winnaars
Slechts vier Nederlanders wisten de TT in Assen te winnen. Paul lodewijkx, Wil Hartog pakte (‘de Witte Reus’ 1977) de titel, en ‘Jumping’ Jack Middelburg in 1980. Hans Spaan pakte in 1989 de eerste plek met zijn 125cc machine.
Uit de oude doos: In 1981 zagen we in de zijspanklasse Egbert Streuer en bakkenist Bernard Schnieders bijna winnen. Bij het uitkomen van de Ruskenhoek kwam een achterwiel naast de baan en werd de zijspancombinatie met een gigantische slinger van het circuit geveegd. Streuer bleef met een voet aan het zijspan hangen, maar toen het span door een soort van greppel stuiterde, schoot z’n voet gelukkig los. Schnieders kon even later ook loskomen van het zijspan en de combinatie stak de baan nog een keertje over om in de sloot bij de Ramshoek terecht te komen. Wat een klap; wat een impact. Ik vergeet het nooit weer. Volgens mij is het redelijk goed afgelopen (kneuzingen en arm uit de kom).
In 2004 doorbreekt Valentino Rossi de 2 minuten grens; gemiddelde snelheid boven de 180 km/u.
Franco Uncini
Kippenvel als ik er nog aan denk. We waren op die dag op de baan. In 1983 was deze Italiaanse motorrijder (regerend wereldkampioen) betrokken bij een enorm ongeluk tijdens de 500cc klasse. Hij trekt op een bepaald moment zelf de motor onderuit en blijft op het asfalt liggen. Als hij dan uiteindelijk opstaat en een veilige plek zoekt buiten de baan, wordt hij aangereden door Wayne Gardner. Uncini raakt in coma en wordt opgenomen in het Academisch Ziekenhuis in Groningen. We hebben hem massaal kaarten gestuurd; en bedankjes gekregen. Tja je doet wat als je 18 bent. In 1984 zien we hem weer aan de start verschijnen. Gelukkig. We zijn wel op meerdere momenten stil geweest na een ernstig ongeval met goede of slechte afloop. De sport is vol risico maar dat calculeer je nooit in.
De Asser TT, dierbare herinneringen heb ik eraan. Als klein kind ging ik met mijn vader mee naar de trainingen, toen nog aan het ‘oude circuit’ in Laaghalerveen. We waren dan bij een familielid van mijn vader en de extra attractie was dat ter hoogte van die boerderij een ‘radiohokje’ boven de baan hing. Dat was alleen op de wedstrijddag zef bezet, maar daarbuiten kom je er gewoon in. Voor mij als 5-, of 6-jarig kind een sensatie.
Tweede helft jaren ’50 zat ik in Beilen op school en we hadden een jaar dat we ook op zaterdagmorgen naar school moesten. Maar om op die school te kunnen komen moesten we in Beilen de Esweg oversteken en dat was toentertijd de doorgaande weg naar Assen. Op die bewuste zaterdag hebben we de school niet bereikt door de constante verkeersstroom van TT-gangers. en ’s maandags kregen we te horen dat we ‘ongeoorloofd’ afwezig geweest waren die morgen. We werden er uiteindelijk niet voor bestraft omdat het bijna 10% van de leerlingen betrof. Kennelijk genoeg bewijs dat het geen opzet was.
Maar van eind jaren ’50 tot aan 1998 ben ik ieder jaar present geweest op de TT-dag en heb er altijd van genoten. De sfeer aan de baan, de afwachting van de doorkomst van de eerste rijder, de saamhorigheid van je medekijkers, en uiteraard destrijd op het circuit zelf. In 1998 heb ik een vrij ernstig auto-ongeluk gehad. Er betrekkelijk weinig aan overgehouden, maar ben sindsdien angstig in grote mensenmassa’s en heb sinds die tijd de TT, net als vandaag, op tv gevolgd, maar dat kan, ook na 25 jaar nog, niet tippen aan wat je aan de baan zelf beleefd. En nog veel belangrijker; je mist zoveel wat er buiten de kopgroep gebeurt en dat is vaak nog veel mooier dan het gevecht om de eerste plaats. Vooral in de zogeheten ‘koningsklasse’.
De crash met Franco Uncini herinner ik me nog zeer goed. Samen met een collega was ik er geweest en gingen met de trein terug naar Arnhem, waar ik toen woonde en werkte en we waren beiden een beetje bedrukt over het ongeluk, ondanks de andere mooie races die we die dag gezien hadden.
Ondanks dat motorsport een bezigheid is met grotere veiligheidsrisico’s dan veel andere sporten, is ‘pas’ in 1948 het eerste dodelijke slachtoffer gevallen; de Fin Gösta Linnfors; een gevechtsvlieger uit WO II.
Wat een mooi verhaal. Ik denk dat veel mensen veel sfeer en gezelligheid rondom de baan hebben meegemaakt. Wij gingen vroeger ook met mijn vader naar de training. Geweldig vond ik dat al als jong meisje. Later zelf op de motor natuurlijk tussen duizenden fanaten. Soms in de regen en soms in de zengende hitte (met leren pak …). Zwaaien naar alle mensen die langs de snelweg stonden als we naar huis reden.
Wij zijn blij dat het voorbij is. We hebben 3 nachten liggen stuiteren in bed van de herrie.
Het was mooi weer (behalve donderdagavond) en veel mensen hebben genoten van de kermis, de muziek en vele activiteiten. Er waren gelukkig weinig ongeregeldheden dit jaar.
De stad is weer schoon, alles is weer opgeruimd en wij gaan weer over tot de orde van de dag.
Dat is dan weer de keerzijde van zo’n prachtig evenement.