Levensverwachting vroeger en nu; hoeveel jaar heb je te leven als je nu wordt geboren?
Levensverwachting
Wat was en is onze levensverwachting? Als je nu wordt geboren (als vrouw neem ik als voorbeeld …) word je 83,33 jaar. Dat is het aantal jaren dat iemand (bijvoorbeeld onze kleinzoon) nog heeft te leven. Bij deze berekenin gaat men er wel van uit dat de sterftekans in de toekomst niet verandert. Als onze gezondheid en alle voorzieningen nog signifikant verbeteren, zal die levensverwachting stijgen. Maar ja dat weten we nu niet. Door veranderende omstandigheden zal de gemiddelde mens dan ook langer leven dan verwacht in de statistieken. De levensverwachting is vaak een berekening door de sterfte te meten. In de cijfers wordt dan dus verondersteld dat de sterftecijfers de komende honderd jaar niet veranderen. Om dit te berekenen worden er groepen mensen gevolgd tot het moment van overlijden. Daarom duren de ‘voorspellingen’ vaak lang.
Vrouwen en mannen
De gemiddelde voor vrouwen is hoger dan die voor mannen. Dat betekent dat een 65 jarige man (nu) 84,2 jaar wordt en een 65 jarige vrouw (nu) 86,3 jaar. In Rusland zit er wel jaar tussen 11 en in Nepal slechts één. Het verschil in leeftijd tussen mannen en vrouwen is geïndustrialiseerde landen het grootst en in ontwikkelingslanden het kleinst. Het milieu speelt dus een grote rol. In de jaren die volgen neemt de resterende levensverwachting voor vrouwen ten opzichte van de mannen wel af. Net als bij de meeste dieren.
Waarom? Het komt door gedrag (mannen nemen meer risico, gaan minder naar de huisarts en hebben lichamelijk zwaarder werk) en genetische (*geslachtschromosomen) aanleg. *Als je twee verschillende geslachtschromosomen hebt, ben je (blijkbaar) kwetsbaarder voor genetische afwijkingen. Leeuwinnen leven dus langer dan leeuwen. Vlinders en vogels zijn uitzonderingen; daar hebben mannetjes twee gelijke geslachtschromosomen (ZZ) en vrouwtjes twee verschillende geslachtschromosomen.
Verschil
In de toekomst zal het verschil afnemen omdat vrouwen meer gaan werken en mannen gezonder worden. De verschillen tussen de geslachten worden kleiner. Vrouwen zullen natuurlijk ook in zwaardere beroepen aan de slag gaan en hun lichaam dus meer belasten. Het vrouwelijke oestrogeen brengt het gehalte gevaarlijk cholesterol terug, terwijl het mannelijke testosteron dit juist verhoogt. Het vrouwelijke immuunsysteem veroudert minder snel; vrouwen verliezen minder snel witte bloedcellen* (* zijn voor het bestrijden van infecties en het zorgen voor antistoffen).
Slijtageslag
Ouderdom is eigenlijk de slijtageslag van het lichaam. De constante ‘schade’ herstelt nooit helemaal perfect. Het ligt er aan hoe je je lichaam gebruikt natuurlijk , hoeveel kans op sterven je hebt en of het evolutionair zin heeft om lang te leven. Een walvis zal langer leven dan een fruitvlieg en/of muis. Zo’n muis heeft een veel hogere hartslag en een veel hogere stofwisseling. Dat raakt dus ook sneller beschadigd. De schildpas heeft in vergelijking tot die muis een andere snelheid van energieverbruik. Maar ja; al met al gaat het niet om het ouder worden maar wel om het gezond oud worden; dus je lichaam minder beschadigen. Zoek een goede balans tussen rust en beweging. Geef je lichaam kans om te herstellen. Het ouderdomsproces zet gestaag door. Iedereen wordt ouder en gaat uiteindelijk dood.
Een van de eerste dingen die ik bij het vak ‘statistiek’, -het heette toen nog waarschijnlijkheidsleer-, leerde was dat het gemiddelde weliswaar een prachtige rekeneenheid was, maar dat bijna niemand daaraan voldoet. Ten bewijze van de stelling werd de gemiddelde lengte, leeftijd en gewicht van de klasgenoten, bepaald en alleen bij de leeftijd klopte het aardig voor de komma. Bijzonderheid; we zaten met 16 jongens in de klas en scheelden hooguit 2 jaar met elkaar Dus gemiddelden wantrouw ik op de voorhand.
Binnen mijn familie is er geen peil op te trekken; van mijn moeders zijde (zij was van 1916) sterven ze of tussen 50 en 55 of ze worden ruim in de 80 en haar jongste zus leeft nog en is 91. Van mijn vader (ook 1916) weet ik betrekkelijk weinig, maar zijn grootvader is in 1931 op 83-jarige leeftijd overleden, mijn grootvader (1881) is 80 geworden en mijn vader is 88 geworden. EEn zus van me is op 60-jarige leeftijd overleden en een andere zus was 75 toen ze het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Kortom, ik maak me niet druk over de te bereiken leeftijd. Ben nu op een paar maanden na 81 en zie vanzelf waar het schip strandt. Ik geniet nog van de tijd die me rest en heb betrekkelijk weinig ouderdomskwalen die me hinderen in mijn dagelijks functioneren. In dat opzicht voldoe ik waarschijnlijk niet aan het gemiddelde.
Helemaal goed. Mijn dochter week bij het consultatiebureau af van alle gemiddelden. Zelfs zo erg dat haar lengte niet op de curve in het groene boekje paste. Zo betrekkelijk zijn dus gemiddelden. Gelukkig wijken we als mens vaak af van gemiddelden.