Kabouters hebben een rode puntmuts, gegroefde werkmanshanden en blozende wangen. Bestaan ze echt en voelen ze zich op hun gemak bij ons in de tuin of balkon? Geloof jij in kabouters?
Duitse kabouters
Waar werd de eerste kabouter geboren? Al in 1880 zag de eerste ‘Gartenzwerg (Kobolde)’ het licht in het Duitse Gräfenroda. Ene meneer Griebel Philipp maakte beelden van dieren uit keramiek en kwam op het idee om ook een tuinkabouter te ontwerpen. Misschien in een vlaak van verstandsverbijstering of na heftig drinken … zijn verhaal bij de kabouter was dat ze de tuin netjes zouden houden. Het werd een rage.
Het andere verhaal is dat men vroeger dacht dat kabouters ontstaan waren doordat mensen hun kinderen in het bos dumpten. Het zal je moeder maar zijn. Kabouters vertegenwoordigden dus de verstoten kinderen. Nog erger is de kobold; dat is een boosaardige, Duitse kabouter. Die wil je echt niet tegenkomen.
Kabouters op Kreta
Kabouters woonden, lang geleden, ook op Kreta. Zij leefden (3500 jaar geleden) in een economisch bloeiend rijk op een geheim plekje, aan de Middellandse zee. Hun plasje deden ze keurig op piepkleine toiletjes en ze droegen gouden sieraden. Wat bij opgravingen opvalt is, dat deze mensjes dus echt heel (heel) erg klein waren. Volgens overleveringen gebruikten ze piepkleine haken en hamertjes in de goud- en kopermijnen.
De Griekse geograaf Strabo (64 v.C. – 19 n.C.) sprak al over de dwergen van de berg Ida (Idaeïsche dactylen). Helaas werden ze door hem als een minderwaardig mijnwerkersvolkje betiteld. Geen fijne man die Strabo; of zou hij gepest zijn door deze kabouters? Misschien waren dat die Duitse treiter kabouters wel. Als ze boos worden kunnen ze je een bochel bezorgen of stiekem hard in je oog prikken.
Kabouters van de Karpaten tot in Polen
Het gereedschap van de kabouters is op veel plaatsen in Europa gevonden. Opgravingen met een vergrootglas. Gevonden van de Karpaten (Roemenië) tot ver in Polen. Dracula kwam ook uit Roemenië, maar dat even ter zijde. Als je ze vergelijkt met de barbaren was dit volkje beschaafd en vakbekwaam.
In Ierland gelooft één op de drie volwassenen in kabouters. In Nederland zijn geen cijfers bekend. Maar ook hier doen ze onzichtbaar hun werk. Misschien verstoppen ze onze cijfers of maken ze expres fouten, want ze hebben er een hekel aan als je ze bespiedt.
In Nederland zouden de kabouters in heuvels en bergjes gewoond hebben (sommeltjes op Texel bijvoorbeeld); maar we weten ook zeker dat ze in paddenstoelen woonden of in kleine huisjes. Scandinavische trollen, ’the hob’ of de door Tolkien beschreven hobbit en de Brits-Keltische fairies zijn allemaal verre familie.
Mythologische wezens in de Efteling
Maar vanaf jongs af aan wordt ons geleerd dat kabouters ook mythologische wezens zijn. Sprookjesfiguren zoals Rien Poortvliet (kabouter David) ze tekende. In veel tuinen zie je, na alle prachtige verhalen, een monument (eerbetoon). In Nederland eren we de kabouters natuurlijk ook in de Efteling. We kennen allemaal de BK-ers (bekende kabouters) Kabouter Spruiteprak, kabouter Wesley, Klaas Vaak, Paulus de Boskabouter en kabouter Plop.
Rode puntmuts en lange baard
Hardnekkig is het geloof dat kabouters graag in de buurt van mensen vertoeven en voor een fooi allerlei karweitjes opknappen. In de tuinen rondom mijn huis, zijn de kabouters hier niet van op de hoogte ben ik bang voor. Mijn auto is nog nooit stiekem gewassen en gepoetst. Maar om eerlijk te zijn heb ik ook nog nooit een voedseloffer gebracht. Eigen schuld misschien dus. In de westelijke kustprovincies klussen ze vooral ‘s nachts. Ook daar moet je iets lekkers voor ze achterlaten. Zolang de kabouter goed behandeld wordt zorgt hij voor welvaart, geluk en vrede in het huis. Als de zon ondergaat, komen de kabouters tot leven.
Lenig en sterk
Volgens kenners zijn ze leniger dan de mens. Ze kunnen heel snel rennen, springen en zijn ontzettend sterk. Ze worden met gemak 350 jaar, zijn ongeveer 15 centimeter en bijna nooit ziek. De man heeft een rode puntmuts en een lange baard. Aan hun gordel dragen ze een mes, vijlen en boortjes. De vrouw is vaak in het grijs of groen gekleed. Als ze getrouwd is verdwijnen haar vlechten onder een hoofddoek of een donkere puntmuts.
De koning der kabouters, Kyrië, zou hebben geleefd in het Brabantse Hoogeloon – niet ver van Eersel. Ooit is de koning (per ongeluk) uit de weg werd geruimd (geweerschot van een jager). In Hoogeloon is er daarom een standbeeld voor hem opgericht. Na zijn dood hebben de kabouters deze streek verlaten. Niemand weet waar ze naar toe zijn gegaan.
Beschikken ze over bovennatuurlijke krachten? Lachen ze stiekem naar ons als ze worden verkocht in de bouwmarkt? Ik lach altijd vriendelijk terug. Je weet maar nooit. Vroeger had ik ook twee tuinkabouters. We geloofden heilig in hun verborgen krachten en wisten dat ze ons beschermden tegen van alles en nog wat.
Wat zijn jullie ervaringen met kabouters?
Moet bekennen dat ik weinig met kabouters heb, maar dat komt misschien omdat ik de kabouters die ik over het algemeen tegenkom erg lelijk vind. Ik heb het dan over de tuinkabouters die je meestal in tuinen tegenkomt. Ik weet niet of het erfelijk is maar mijn dochter vind ze ook niets.
Tja … daar kan ik natuurlijk niets over zeggen. Misschien dat ze, als je een voedseloffer brengt, ooit iets stiekem voor je doen. Dan is het toch niet erg dat ze lelijk zijn …
Ik vind ze erg leuk. Er wonen er diverse in mijn tuin!
Als je dan ook maar af en toe een voedseloffer brengt …
Kabouters hebben echt bestaan: het waren middeleeuwse mijnwerkers, zo heb ik hier geleerd http://www.besucherbergwerk-fischbach.de/nl/.
Ze waren klein doordat ze vanaf hun zesde al meehielpen bij het winnen van koper uit de gedolven erts waarbij ze de hele dag boven giftige arseen- en zwaveldampen hingen. Vanaf die leeftijd groeiden ze daardoor nauwelijks meer.
Ze droegen puntmutsen gevuld met stro om hun hoofd in de pikdonkere mijn te beschermen. Het werk was onvoorstelbaar zwaar en om het toch aantrekkelijk te maken kregen de mijnwerkers allerlei priviléges. Zo mochten ze bont gekleurde kleren dragen wat in die tijd was voorbehouden aan de adel. Ook hoefden ze geen belasting te betalen voor het hebben van een baard. Die lieten ze dus zo lang mogelijk groeien.
wat een prachtig verhaal. dank je voor het delen. geweldig.