Boot, bootje, schuit, jacht of schip? Als je praat over een boot terwijl het om een schip gaat, maakt het nog niet dat een boot een schip is of een schip een boot. Begrijp je het nog? Nee? Lees dan vooral verder.
Boot, bootje of schip?
Ben je kapitein op een schip, vind je het niet leuk (beledigend) als je schip een boot wordt genoemd. Wie weet nu eigenlijk het verschil? Ik heb geleerd: Een boot past op een schip, een schip niet op een boot. Volgens het lexicon van de watersport, visserij, koopvaardij, marine en bruine vloot: Alles boven 20 meter lengte is een schip, alles kleiner dan 20 meter is geen schip. Maar kenners hebben een belangrijke toevoeging: Een boot heeft een open constructie (dus zonder opbouw en vaste dekken) en een schip is een vaartuig van aanzienlijke afmetingen, met vaste dekken (een gangboord is ook een dek).
Wat zeg je dan als je praat over een klein vaartuig met en vast dek? Je spreekt dan over een scheepje. Lastig voor niet zeemannen. Noem het drijvende object dan gewoon een vaartuig. Niemand beledigd. Een vaartuig is over het algemeen een voorwerp, bestemd om personen of goederen over het water te verplaatsen. Volgens de beste stuurlui aan wal, is een boot een vaartuig ongeacht de grootte. Een trans-Atlantisch passagiersschip is dus ook een boot; volgens hun. Wat dan een schip volgens hun zou moeten zijn, kon ik niet vinden.
Boot
Vroeger gebruikte men een boot als vaartuig bij een ander vaartuig. Bijvoorbeeld een bijboot die vrachtschepen nog steeds hebben. Volgens de schippers: De boot komt achter het schip, behalve de sleepboot, die vaart er voor.
Oorspronkelijk was een vaartuig geen boot, maar een schuit. Het wordt steeds gekker. Want een sleepboot heeft een open dek en zou dus een schip zijn. Maar vroeger was een sleepboot een vaartuig met een stoommachine, een stoomboot. Ook de term politieboot is overgenomen van deze oorspronkelijke stoom(sleep)boot. Deze vaartuigen waren oorspronkelijk schuiten dus; geen boten.
Waar het woord ‘onderzeeboot’ vanaf stamt, weet niemand. Ook hier zouden die beste stuurlui aan wal (landrotten) schuldig aan kunnen zijn. Zij worden ook verdacht van de woorden woonboot en fluisterboot.
Schuit
Schuiten zijn flinke vaartuigen. Beroepshalve in de vaart. Weer lastig om aan te geven waar de grens tussen het gebruik van de termen boot en schuit ligt. De meeste schuiten zijn van oorsprong open vaartuigen. Op een schuit werd alles gebruikt om lading te vervoeren; soms met behulp van dwarsscheepse schotten. Veelal ontbreken (ontbraken) leefruimtes en een afdekbaar laadruim. Bekend zijn de veerschuit en de trekschuit.
Sommige schuiten werden voorzien van dekken en een opbouw. Die noemden ze dan een schuiteschip. Een snikkeschip (gesloten) is dus iets anders dan een snikkeschuit (gedeeltelijk open, ook wel praam of vlet genoemd). In de visserij is een visschuit een vaartuig waarvan het voorste deel (ongeveer tot de mast) gedekt is. Later gebruikt voor alle niet al te grote visserscheepjes (dus met dek en soms met opbouw). De later grotere schepen voor de visserij werden vissersschip genoemd.
Jacht
Nog meer verwarring. Oorspronkelijk betekent een jacht gebruikt voor een snelvarend vaartuig. Dus ook een vrachtschip, gebouwd op snelheid, zou je een jacht kunen noemen. Snelvarende vissschuiten noemde men jachten of jagers. Later werden de meeste jachten gebruikt voor recreatieve doeleinden en werd het synoniem voor een pleziervaartuig. Voor de titel zeiljacht moet je een voor- en achterdek hebben.
Schip
Een vaartuig met een vast dek, gangboorden en opbouw is een schip. Kleine vaartuigen en de hedendaagse pleziervaartuigen zijn scheepjes. Als je op een tjalk van 23 meter vaart, ben je bij de Oranjesluizen in Amsterdam een scheepje maar in de Drentse Hoofdvaart een schip. Hier bedoelt men een zeewaardig vaartuig.
Snap je het nu helemaal niet meer? Ik heb er moeite mee. Maak een veilige keuze en zeg gewoon vaartuig, geen schip. Denk er wel om dat een vlot of een surfplank ook een vaartuig is.
Friesland boppe
De Friezen doen weer wat ze zelf bedacht hebben. Vanaf Groningen, over de grens, is een boot, kleiner dan 6 meter een ‘boatsje’ en een grotere een ‘boat’. Overtreffende trap is ‘greate boat’. Vrachtschepen zijn schuitjes (skûtsje) en zeewaardige binnenvaartschepen zijn schuiten (skûtte). Zeeschepen noemen de Friezen een schip; met als uitzondering de verhollandse samenstellingen zoals een snikkeschip of een tjalkschip.
… een groot schip vaart alleen in diep water
Grutte boat.
“Great ” is Trump-taal..
Daar doen we niet aan. Da’ s verdwaalde ,correctie verdwaasde, Duitser taal en de taal een enkele op hol geslagen ( lees BSE) FNP’er.
Hoi ,Wat maak jij er een moeilijk verhaal van .
Het is vrij simpel . Maak onder scheid tussen plezier en beroeps .
Meestal is dat die 20 meter grens maar daar zijn weer veel uitzonderingen op.
Dat staat los van de benaming schip of boot .
Vaak denk men inderdaad dat het onderscheid binnen of buiten is
Kaptein /schip en /Schipper /boot .
Dat maakt niet het onderscheid .
Het verschil is simpel .In een schip kan lading in een boot niet .
Ja en die lading ligt onderdeks bij een vrachtschip . Meestal .
Boten zo als een loods boot ,redding boot .sleep boot varen ook wel op zee.
Met een kapitein .
En dan zijn ze echt niet open .
Siete Meeter heeft mij uit gelegd dat oorspronkelijk het verschil in skutsje en skute de maat de sluis van Sexbierum was . 15 meter .Wat daar in past was een skutsje ,
Hoi. Dank voor je aanvulling. Jij hebt informatie uit de praktijk. Dat is het allerbeste en vaak het makkelijkst te begrijpen.