Barometer. Je meet met dit instrument de luchtdruk en ziet dan een soort van weersverwachting op een wijzerplaat.
Barometer
Uitgevonden door Torricelli (wie kent hem niet …) . In de tijd van Galileo ontwierpen knappe koppen fonteinen en de daarbij behorende pompen voor de stad Florence. Op de één of andere manier kwam het opgepompte water niet hoger dan 12 meter. Galileo stierf voordat zijn fonteinprobleem werd opgelost. Hij had al wel wat aantekeningen gemaakt over eventuele oplossingen. Evangelista Torricelli wilde toen bewijzen dat het de luchtdruk was die het water omhoog bracht. Dat is hem uiteindelijk ook gelukt; wel met de aantekeningen van Galileo. Helaas kon je in zijn tijd niet met alles te koop lopen omdat je dan heel snel werd beschuldigd van ketterij. Het moest allemaal heel voorzichtig getest worden.
De buis van Torricelli
Cornelis Drebbel of Christiaan Huygens verbeterden uiteindelijk het prototype barometer (de buis van Torricelli). Lang verhaal kort; de meningen zijn verdeeld over wie nu wat op welk moment heeft uitgevonden. De vloeistof in deze nieuwste buis (barometer) bevatte een vloeistof met een lagere dichtheid dan de door Torricelli gebruikte kwik.
Weer iets anders was het zgn. ‘donderglas’ (waterbarometer – motus perpetus). Dit werd weer uitgevonden door Gijsbrecht de Donckere. Deze werden vaak gebruikt op VOC schepen. Daar komt ook de uitdrukking ‘gedonder in de glazen’ vandaan. Niet echt betrouwbaar omdat dit apparaat ook reageerde op de temperatuur. Deze barometer ziet er wel leuk uit. Ze kunt ze zelf maken. Volg dan de link.
De eerste echte barometer met een wijzerplaat werd in 1663 gemaakt door astronoom Robert Hooke.
Luchtdruk
De barometer meet dus luchtdruk. Lucht is de kracht die het gewicht van de lucht in de atmosfeer op een oppervlak uitoefent (definitie). Lucht heeft gewicht (één liter weegt ongeveer 1,3 gram) en lucht bestaat uit hele kleine deeltjes die je met het blote oog niet kunt zien. Doordat deze deeltjes verplaatsen (snel of minder snel), botsen ze op elkaar. Hierdoor ontstaat luchtdruk. Dus luchtdruk is de kracht die het gewicht van de lucht op de aarde drukt. Hard of minder hard. Zo’n nieuwer type barometer zit in een luchtledig doosje. Dit doosje drukt meer of minder in door drukverandering (bijvoorbeeld veel wind). Deze drukverandering wordt overgebracht door een wijzerplaat met naald. Vroeger weergegeven in millibar en millimeter, nu in hectopascal (hPa). Lekker kort, anders wordt het veel te technisch.
Wijzers
De barometer hang je bij voorkeur aan een droge binnenmuur. Op deze manier voorkom je dat het hout of metaal last krijgt van het vocht. De luchtdruk is buiten en binnen het huis gelijk. Dat maakt dus niet uit. Je ziet op de meeste barometers twee wijzers; eentje voor de actuele luchtdruk en de tweede om te kijken of de luchtdruk gezakt of gestegen is. Ik klop altijd eerst even tegen het glas. Waarom weet ik eigenlijk niet precies. De tweede wijzer zet je dan op dezelfde stand. De daaraan gekoppelde schaal (regen, storm of mooi weer) moet je niet te letterlijk nemen.
Er zijn natuurlijk nog meer verschillende soorten; bijvoorbeeld de gasbarometer of het stormglas. In het gebouw van de Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de TU Delft bevindt zich in het centrale trappenhuis een twaalf meter hoge watermanometer en de kleur van de luifel van het Okura Hotel Amsterdam is een indicatie voor het weer van morgen. Zonnig weer laat groen zien en bij wisselvallig weer kleurt de luifel wit. Is dit dan ook een soort barometer? Nee … het is stiekem dagelijks ingesteld door de medewerkers van het hotel.
In mijn middelbareschooltijd die geduurd heeft tot 1964, kregen we, wegens ruimtegebrek, een jaar lang Nederlands in het scheikundelokaal. Daarin stond een open kwikbarometer, ofwel de buis van Torricelli, opgesteld. Gewoon, zonder enige afscherming of iets van dien aard. Ook stonden er flessen met witte fosfor achter een glazen deurtje weliswaar, maar in principe voor het grijpen. Achteraf ben ik nog steeds verbaasd dat er nooit (ernstige) ongelukken gebeurd zijn, zo weinig voorzorgsmaatregelen werden er op die school genomen.
Maar in dat jaar heb ik meer van scheikunde geleerd dan in de reguliere lessen die de bouwkundeleraar er ‘even bij deed’ en duidelijk zonde vond van de tijd. Als het geen direct verband hield met ‘het vak’ dan was het voor hem volstrekt onbelangrijk. Natuur- en scheikunde waren dan ook geen examenvakken.
De leraar Nederlands hield wel van een grapje en verwerkte nog wel eens iets scheikundigs in zijn lessen. Soms ook aanschouwelijk. Vergeet nooit meer dat hij eens ‘aantoonde’ dat goud, in tegenstelling tot zijn sleutelbos, wel in kwik zonk, door zijn trouwring erin te gooien. Was even vergeten dat kwik in staat is goud op te lossen. Zie nu, zo’n 60 jaar later, de man nog graaien in de bak met kwik om zijn trouwring eruit te vissen. Op het oog niet veel schade, maar hij vertelde in een volgende les dat hij zijn ring wel opnieuw had laten polijsten.
Was overigens een erg aardige man die niet de fiolen van zijn toorn over de leerlingen uitgoot, hoewel hij de fiolen (zonder inhoud) wel bij de hand had.
Geweldig. Wat een pracht verhaal. Ook het gezegde de ‘fiolen van toorn’. Die kende ik nog niet. Ik denk dat de leraren die ergens passie voor hebben (of hun vak of iets anders) het meest onze aandacht weten/wisten te trekken.
Als we dat jaar geen Nederlands in het scheikundelokaal hadden gehad, was die uitdrukking bij mij waarschijnlijk ook onbekend gebleven. Hij vertelde dat die raar gevormde kolven met die lange tuit ‘fiolen’ heetten en koppelde er meteen zijn (afwezige) toorn bij aan.
Hij was wel een leraar die je bijbleef, want hij heeft ons ook eens (klassikaal) een krantenpagina laten nakijken op taalfouten. Toen mijn eigen kinderen op de middelbare school zaten heb ik wel eens bedacht dat de beste man het in die tijd gewoon niet redden zou voor de klas; een te speelse voor de strakke regels van de jaren ’80 en 90′.
Wat een heerlijke herinneringen. Ik dacht direct dat je fiolen verkeerd had geschreven … dat was dus niet zo.
Dat tikken is nodig omdat het een nogal gevoelig instrument is. Na zo’n tik kan de wijzer nog een beetje veranderen, waar ie dat door de wrijving nog niet van plan was.
Officieel horen we luchtdruk in pascal te meten en is het zo rond de 100,0 kPa. Weerknoeiers maken daar 1000 hPa van om in de pas te lopen met mBar (millibar). Weet alleen van Canada dat ze zich op dit gebied netjes aan de SI-eenheden houden.
Als de luchtdruk daalt is er meestal wind en regen opkomst. Als ie snel daalt zelfs storm. Als ie lang langzaam stijgt heb je langdurig mooi weer. Zelf bekijk ik alleen de luchtdruk op weersites. Aan zo’n grafiek kan je beter zien hoe de luchtdruk zich ontwikkeld. Aan de andere kant heb je er weinig an. Je kan het weer er niet mee veranderen. Buienradars zijn tegenwoordig handiger. Kan je de buien mee zien aankomen vanuit welke richting en snelheid en hoe erg het gaat regenen. Die info geeft een pascalometer niet.
Al met al dus mooie apparaten om te kijken naar het weer en de voorspellingen. Je kunt het weer niet beïnvloeden dus moet je doen met wat je gepresenteerd krijgt. Beter ook maar anders hadden we waarschijnlijk nog meer oorlog.