Landgoed Vennebroek. Vlak bij Paterswolde en Landgoed de Braak. Wandelen en geschiedenis snuiven. Het regende onderweg, de ruitenwissers zwiepten ritmisch over de ramen. Gelukkig scheen de zon niet alleen achter de wolken. Toen we uit de auto stapten was het droog. Wat wil een mens nog meer?
Landgoed Vennebroek
Het landgoed zelf (17 hectare en nu rijksmonument) ligt achter een enorme poort. Deze, hele oude gemetselde poort met siervazen (potten), kun je niet missen. De vazen zijn reproducties. De oorspronkelijke exemplaren zijn ooit verkocht aan paleis het Loo. De poort wordt daarom een ‘pottenpoort’ genoemd. In Paterswolde ging vroeger het gerucht dat baby´s uit deze potten werden geboren. Een soort ooievaar maar dan anders. Over de lange rechte laan loop je langs het oude koetshuis naar Huis Vennebroek (1848). Gebouwd in opdracht van J.H. van Iddekinge. In de tweede helft van de 16e eeuw werd dit huis al genoemd als erkende havezathe. De vijver ligt als een soort hoefijzer rond het landhuis. Je ziet hier oude beuken, kastanjebomen en heel veel paddenstoelen.
Achtertuin van Groningen
Deze ‘Achtertuin van Groningen’, met daarop diverse landgoederen, ziet er adembenemend uit. Dit grote, groene gebied (een zompig moeras en/of broedplaats voor insecten) is een uitloper van het Drents Plateau. Het stroomgebied van de Drentse Aa. Welgestelde mensen uit de stad bouwden hier (in het vroegere Neerwolde) hun sjieke buitenverblijven. Zij verdienden in de 16e en 17e eeuw veel geld met landbouw- en veenontginningen. Via vaarten en sloten hadden zij een prima verbinding met het achterland van Groningen.
Uit deze veenontginingen ontstond het Paterswoldsemeer. Later ontdekt door welgestelde recreanten. Zij kwamen vanuit ‘het stinkende’ Groningen met de paardentram en omnibus, naar het meer. Rond 1900 zorgt een rijke industrieel (Jan Evert Scholten) voor een sluis tussen het meer en het Hoornsediep. Dit geeft het toerisme een enorme impuls. Op dat moment is hij eigenaar van theehuis de Paalkoepel. Je vindt nog steeds prachtige paviljoens (en restaurants) aan het meer. Zeker een aanrader.
Laagveen en moeras
Vanuit de wandeling rondom Landgoed Vennebroek (aangegeven met rode pijltjes; ca. 5 km) zie je in de verte het Friese Veen (of Friescheveen). Ganzen, aalscholvers en reigers fladderen (vrolijk … nou ja dat denk ik) over de slootjes en op de weilanden. Het is een laagveengebied met een moerasbos. Ook dit water ontstond door veenafgravingen. De naastgelegen Oosterland polder werd (vroeger) drooggehouden door een windmolen. Natuurmonumenten heeft deze polder teruggegeven aan de natuur. De fundamenten van de molen en het gemaal zijn nog op de dijk te vinden. De wandeling over de (al heel oude) dijk is prachtig. De dijk is bij de aanleg verstevigd met huisvuil van de stad Groningen.
Vandaag liepen we dus over een soort oude vuilnisbelt, door de blubber en de wangen fris van de koude wind. Geconcentreerd zoeken we de begroeide randen van het pad; bang om uit te glijden, bang om te vallen in de zwarte blubber. We gaan niet zitten op de bankjes die we onderweg tegenkomen. Ze zijn vooral erg nat en groen. Dit voorjaar komen we zeker nog een keer terug om een bootje te huren.
Villa Weltevreden
Tijdens de wandeling om het water zie je in de verte Villa Weltevreden (1909) opdoemen. Verscholen achter de nu kale bomen, sprookjesachtig. De sfeer is nog bijna tastbaar aanwezig. Je herkent de rijkdom en welvaart van die tijd. De edele koopman, de heer Camphuis, liet dit huis bouwen naar een ontwerp van architect G. Nijhuis. Vanaf het huis met typerende romantische balkons, loopt een betonnen steiger het meer in zodat zwemmers niet over de modder hoeven te lopen. Waar deze familie vroeger een terras met theehuisje en een paar badhokjes op het water had, is nu een vogelkijkhut te vinden.
Op de terugweg naar Paviljoen de Paalkoepel gereden voor een kom heerlijke, zelfgemaakte snert en versgebakken brood. Geen schaatsers vandaag maar wel een schitterend uitzicht zo op de grens van de provincie Groningen en Drenthe.
Geef een antwoord