Zout is de belangrijkste bron van natrium in onze voeding. Lekker maar stiekem wel een beetje ongezond.
Zout
Natrium is een onderdeel van zout. De scheikundige naam is natriumchloride. Deze stof is belangrijk voor het regelen van de vochtbalans in ons lichaam. Ook voor het regelen van de bloeddruk, en voor een goede werking van spier- en zenuwcellen. Eén van de vijf basissmaken. Vroeger gebruikt als betaalmiddel nu als smaakmaker in de keuken.
Geschiedenis
Het winnen van zout begon al 6000 vChr. in China. Onder de zee of onder de grond ligt veel opgeslagen. Je wint het uit de bodem (uitgekapt in mijnen) of uit zout water(verdamping).In Egypte gebruikte men het voornamelijk als conserveringsmiddel voor voedsel en als onderdeel bij het mummificeren. De Kelten gebruikten het als betaalmiddel. De Romeinen namen deze traditie over. Salaris is afgeleid van het Latijnse ‘salarium’, verwant met sal (zout). Dit witte goedje bleef een kostbaar artikel en was voorbehouden voor de rijken. Het werd in Frankrijk de basis voor belastingheffing; de zouttaks. In Nederland kenden we tot in de negentiende eeuw een accijns op zout.
Soorten en maten
Naast roze, paars en bruin, is er ook nog blauw zout. Gewonnen in een zoutmijn in Iran. De blauwe kleur is afkomstig van kaliumchloride. Puur niet te eten, dus altijd vermengd met gewoon zout. Dan heb je ook nog Keltisch zeezout, Himalayazout, fijn of grof, rond of kristalvormig, tafelzout; we hebben tegenwoordig oneindige keuze. Verschillen in structuur, in kleur en in smaakbeleving. De grootte van de korrel bepaalt het effect. Kleine korrels verspreiden zich snel en hebben dus meer effect dan de grotere variant. Als je zeezout bijvoorbeeld mengt met citroenrasp, lift je de smaak van vis.
Het duurste zout wordt gewonnen in de verdampingsbassins aan de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan, uit vers zeewater. Dit wordt na een lang tijdrovend, handmatig proces fleur de sel’ (Zoutbloem in het Frans)’ genoemd. Lang verhaal kort.
Winters ijs
Keukenzout (vermengd met zand) strooien we in de winter op onze wegen tegen ijsvorming. Het smeltpunt van dit mengsel ligt ongeveer 10 °C lager dan dat van water. Het zout mengt zich met het aanwezige water (ijs of sneeuw) en vormt zo ‘pekel’. Doordat pekel dus een lager vriespunt heeft dan water, zal dit minder snel bevriezen zodat minder gladheid optreedt. Dat zgn. ‘pekel’ is zout, gemengd met water. Pekel wordt door zeer veel professionele strooibedrijven gebruikt omdat het mega effectief is. Er is minder zout nodig en er ontstaat minder ‘zoutschade’ aan het wegdek (onze auto roest minder snel) en het is effectiever door de directe verdeling over een groot oppervlakte.
Geef een antwoord