Schiemannen. De schieman was belast met het tuig van de fokkemast. Het werkwoord schiemannen komt van een niet meer bestaande onderofficiersrang uit de zeiltijd die volgde op die van bootsman.
Schiemannen
Vroeger waren er andere functies, rangen en standen aan boord van een schip dan nu. Bijvoorbeeld de functie van Schieman. Bestaat gewoon niet meer.
De schiemansmaat was belast met het tuig van de boegspriet, de bootsman met dat van de grote mast, de bootsmanmaat met dat van de bezaansmast. Matrozen werden schiemansgasten genoemd. Ooit ook wel Schimman genoemd; schim van de hoog bootsman. Een veelomvattend begrip. Maar het gaat over alle handelingen en verbindingen die met touw en draad voor gebruik aan boord van schepen worden toegepast. Vroeger. Bijvoorbeeld aan het leggen van knopen en steken, het maken van sjorringen en het slaan van platting.
Schiemanswerk
Schiemanswerk is natuurlijk afgeleid van het werkwoord schiemannen (verrichten van herstelwerkzaamheden aan het touwwerk van een schip). Vroeger was een schieman een vakman (op de grote zeilvaart) die verantwoordelijk was voor al het touwwerk. Zo ontstond het begrip schiemanswerk; knopen (splitsen) of steken verstaan, die worden gebruikt om touw aan elkaar te knopen of ergens aan te bevestigen.
Bijvoorbeeld: Een type knoop die vaak wordt gebruikt om objecten van touw en houten palen te maken is een sjorring. Een platting (of vlecht) is een sterke bundel gemaakt van touw, draad, riet of stro. Leuk he al die nautische begrippen. Helemaal als je weet dat iemand verantwoordelijk voor het wel en wee van de touwen was.
Touw
Het woord ‘touw’ wordt alleen gebruikt in de binnenvaart, daarbuiten geeft de naam de functie van het touw aan. Een ‘meerlijn’ is bijvoorbeeld bedoeld om een schip af te meren, met de ‘val’ worden de zeilen van een schip gehesen en gespannen en met een ‘schoot’ kun je de stand van het zeil ten opzichte van het schip bepalen. Niet alle steken en knopen zijn eenvoudig (maar wel belangrijk), soms is er geen touw aan vast te knopen. Het lijkt me best wel ingewikkeld.
Een touwslager (lijndraaier, baander of zeeldraaier) is een ambachtsman die allerlei soorten garen tot touw verwerkt. Ook dit beroep vind je eigenlijk nergens meer. Deze man (of vrouw) deed zijn werk vaak buiten of op een touwslagerij (lijnbaan). Dit was een baan van soms wel 300 meter lang waarboven vele door een spinner aangeleverde garens, werden uitgeschoren (uitgelopen). Het touw kwam terecht in een ‘kuil’, een nog steeds bestaande lengtemaat voor touw (een standaardlengte van 220 meter).
Leuk om te lezen. Mijn hele jeugd speelde zich in de weekenden en vakanties op de boot van mijn ouders af, we lagen op een verenigingseiland. Veel gezeild natuurlijk ook en de vereniging gaf toen ook nog wat we nu workshops noemen, o.a. in knopen leggen, touw splitsen etc.
Sommige dingen komen toevallig ter sprake omdat mijn man een zeilkano aan het bouwen is. Een zgn Duckpunt; vroeger gebruikt voor de eendenjacht.
Nog nooit van een schieman gehoord en na de uitleg gelezen te hebben verbaasde me het ook niet. Ik heb absoluut nul komma nul met water en aanverwants, dus ook met schepen en wat zich daaromheen afspeelt.
Een tante van me woonde in Vinkeveen en als we daar een paar dagen op bezoek waren, moest er altijd met hun boot een vaartocht over de ‘fraaie’ Vinkeveense Plassen gemaakt worden. Helaas voor hen; ik ben er nooit achter gekomen wat er zo fraai was aan die plassen. Voor mij dus altijd een dieptepunt van de logeerpartij, maar ben me er ook van bewust dat velen een vaartocht het summum vinden.
Ik voel liever grond onder mijn voeten en een vakantiebestemming aan zee zal ik niet uit vrije wil kiezen. Mijn laatste strand/watervakantie was toen mijn kinderen, -beiden enorme waterratten, een van hun moeder geërfd gen-, rond een jaar of tien waren. Het zijn nu vijftigers!
Zwemmen kan ik wel, maar als ik een stukje gezwommen heb, weet ik dat ik het nog kan en is dan genoeg voor me.
Geweldig he dat er zo veel verschillen zitten in de mens. De één geniet van het water en de ander van het bos (grond onder de voeten). Ik ben wel een waterrat maar moet er niet aan denken om onder water te gaan als bijvoorbeeld snorkelen of duiken. Die logeerpartijen kun je gelukkig achter je laten.