Rioloog. Woorden die eindigen op ‘logen/loog’. Liegen, loog gelogen. Hij liegt dat hij barst of loogde, heeft geloogd. Ik loogde dus de kasten; het zou nu niet meer mogen. Makkelijk gezegd is de betekenis van logen gewoon leugen. Snap je er nog iets van? Nou dat is ook niet de bedoeling.
Vergadering over de rioloog
Tijdens een vergadering van onze Vereniging voor Eigenaren (VVE) noemde de secretaris het woord riologen. Verstoppingen, technische problemen … je kent het wel. Wat een geweldig woord dacht ik (stiekem). Soms dwaal je even af met je gedachten als er gesproken wordt over de jaarrekening. Dat hoeft de voorzitter niet te weten natuurlijk. Maar het idee voor een blog was geboren. Vandaag neem ik jullie daarom weer eens mee in mijn duik in het woordenboek.
Loog, lieg of logen
Het gaat mij natuurlijk vooral om het achtervoegsel logen of loog maar logen betekent ook nog eens, naast mijn voorgaande uitleg, een leugen kenbaar maken. De onwaarheid van iets doen blijken. Ik logenstrafte of heb gelogenstraft. Heeft allemaal raakvlakken met liegen. Daar denk je niet zo aan als je praat met je specialist. De neuroloog, de dermatoloog of de cardioloog. Je kunt ook meubels logen: Langdurig blootstellen aan een bijtende vloeistof.
Frans
Als achtervoegsel is een ‘loog’ een beoefenaar van de wetenschap. Uit het Frans vertaald als iemand die spreekt over iets waar hij verstand van heeft. Het eerste deel van een dergelijk woord is vaak afkomstig uit het Oudgrieks of latijn. Hier maken we onderscheid in samenstellingen met het zelfstandig naamwoord loog (zoals aluinloog, kaliloog en natronloog) of ontleende woorden die zijn samengesteld met het Oudgrieks (zoals apoloog, dialoog of monoloog). Hier betekent loog ook wel woord, taal of rede.
Putjesschepper
Het leukste blijft toch het woord rioloog. Een rioloog kan bijna iedere verstopping ontstoppen. Zo iemand zou je ook putjesschepper of faecalienspecialist kunnen noemen. Deze putjesschepper (secreetruimer) schepte de beerputten leeg. Nu houden de medewerkers van de gemeentereiniging zich bezig met het reinigen van stormwaterputten. Het woord wordt ook wel pejoratief (tegenovergestelde van ameljoratief) gebruikt. Dit is een woord met ongunstige associaties of gevoelswaarde. Als je je best niet deed in de klas vroeger zei de onderwijzer dan werd je voorgehouden dat je uiteindelijk zou eindigen als putjesschepper of lijntjestrekker.
Spellingscontrole
Bij de automatische spellingscontrole krijg je bij het woord rioloog ook uroloog, runoloog of bioloog. De gekste die ik tegenkwam zijn: oftalmoloog (oogarts), primatoloog, papyroloog, indoloog, oecoloog, oöloog en nesoloog. De betekenissen liggen ergens tussen milieuleer en eierkundige. Weer een fantastisch stukje van de Nederlandse taal.
Wat ik hiervan leer? Nou, ten eerste dat we een hele gezellige VVE-vergadering hadden in het Hof van Scharmer en dat we uiteindelijk overal zijn uitgekomen. Ging het over poep in de toiletpot, gescheurde ramen door de aardbevingen of het inroosteren van stofzuigers … het maakte allemaal niet uit. Her en der een streng woord of een vette knipoog. Afsluiten met een glas wijn. Wat wil een mens nog meer?
Wie kent er een creatief of bijzonder woord dat eindigt op ‘loog’?
Doet me denken aan een recente aflevering van Ilja Gort over het verschil tussen een oenoloog en een vinoloog.
Ja die korte uitzendingen van Ilja waren erg leuk he? Hij laat af en toe de humor zien die we bij sommige beroepsfanaten missen.
Een Rioloog is toch iemand die alles weet van Rio de Janeiro?
… net als een rioloogloog iets van rioleringen weet …
Moet dat dan niet een rioolloog zijn…….?
hihi … rioolloog … het wordt steeds mooier of gekker … tis maar hoe je het wilt zien. Nu nog ff in de Dikke Van Dale en we zijn rond.