Bestek. Al in het stenen tijdperk gebruikte men bij de jacht een mes.
Bestek
Ver voor de jaartelling is het mes al belangrijk gereedschap. Een hulpmiddel om mee te overleven. Te vechten en voedsel te bereiden. Ruim 200 duizend jaar geleden werd door middel van een geslepen stenen het eerste handvat ontwikkeld. Hiervoor gebruikte men, rots, botten, hoornstenen, vulkanisch glas en schelpen. Vooral om vlees mee te snijden. De Kelten sneden hun vlees vlak bij de mond. Niet op het bord. Vlees tussen de tanden en dan wegsnijden bij de mond. Gaan met die banaan. Gevaarlijk lijkt me maar dat was eten vroeger sowieso (risico op vergiftiging door je vijand).
Voorsnijmes
Voorsnijmessen zijn al vanaf de vijftiende eeuw bekend. Te zien op diverse schilderijen. Later, in de zeventiende eeuw, dragen mannen en vrouwen een gordel met een mes. Zakken had je in die tijd niet. Was je rijk, had je natuurlijk een prachtig bewerkt zilveren heft. Fraai gegraveerd en voorzien van bloedkoralen, ivoren en benen heften. Ze droegen hun messen bij zich om aan tafel te gebruiken maar zeker om zich te verweren bij een eventuele aanval. Ook toen was eten niet zonder risico.
De armen hadden een handvat van hout of bot.
Spijs
Het woord mes komt van ‘mati-sahsa’; spijs/mes. Denkt men. Natuurlijk staat het woord mes voor wapen maar de toevoeging van spijs maakt het ook gereedschap om mee te eten. Gasten namen vroeger hun eigen mes mee om te eten; aangevuld met de vingers en soms een lepel. Dat zou ik deze tijd best wel vreemd zijn. ‘Nemen jullie je eigen bestek mee?’ Op reis had men een speciaal reisbestek; verpakt in een mooie koker. In de Herberg werd je eten toen nog niet met bestek geserveerd. Ach, dat is een beetje vergelijkbaar met de camping toch?
Vroeger werd dit ‘eigen’ bestek verpakt in een etui of koker. ‘Bedekt’ dus; en in het Frans betekent couvrir bedekken. Het is aannemelijk dat het woord couvert daaruit is ontstaan. In het Duits noemt men tafelgerei ‘besteck’ wat zoiets betekent als bij elkaar steken.
Messenmaker
Deze bestek-messen werden speciaal gemaakt door een messenmaker; hij liet dan ook graag zijn meesterteken achter op het lemmet. De vorm aangepast naar de stijl en eetgewoontes van die tijd. Het lemmet werd ook gebruikt als tandenstoker (…). Levensgevaarlijk volgens mij.
Lodewijk XIV verbood natuurlijk om puntige messen te bezitten. Dat zal wel zijn omdat hij dacht hierdoor gevaar te lopen. Daarom veranderde het mes langzamerhand in een slank en afgerond (aan het eind wat breder) zodat men elkaar (of Lodewijk XIV …) in een dronken bui niet meer met een in die tijd vaak roestig mes, kon doodsteken.
Combinatie
Pas aan het einde van de 19e eeuw combineren messen en vorken met elkaar. De vork was vroeger niet populair. Met de vingers eten was immer veel makkelijker. Sommige gekken zagen het als een instrument van de duivel. Dus werd het al snel verboden door de kerk. Als mens had je toch tien vingers gekregen om mee te eten? In de 18e eeuw droeg men van die enorme plooikragen en was het wel handig om de afstand naar de mond te overbruggen. Toen moesten ze wel een vork gebruiken.
Leuk verhaal en weer wat geleerd.
Ik ben voorstander van met de handen eten, gaat zoveel makkelijker dan bestek vasthouden maar dat komt ook omdat ik veel last van gewrichten in handen heb door artrose.
… ik zit na het eten graag nog even met mn handen in het bord. Niets zo lekker als met de handen eten. Voor jou natuurlijk noodzaak.
Ben opgegroeid op een boerderij en hierbij wat (eet)herinneringen uit mijn kindertijd; bij broodeten werd de tafel nooit gedekt, maar at iedereen gewoon van het tafelblad. Mijn moeder sneed een stapel boterhammen en deed er ook boter op. We pakten gewoon van de stapel en aten ze, soms wel en soms niet met beleg, gewoon op met onze tien geboden.
Pas toen mijn oudste zus en ik van de lagers school kwamen en naar het voortgezet onderwijs gingen kwam bij ons ook tijdens de broodmaaltijd bord en bestek op tafel, want van mijn moeder moesten we wel kunnen eten met mes en vork. Dat werd vooral ingegeven doordat er in de kantine van de LTS waar ik heenging, verplicht met mes en vork gegeten werd. Ze wilde niet dat het haar kinderen overviel als er brood gegeten werd en er bord en bestek op tafel stond.
Bij de warme maaltijd was er wel altijd bestek, maar desondanks werd er nog veel met de handen gegeten. De uitdrukking “Goed wat in je linkerhaand” voor vlees is niet uit de lucht komen vallen. Ondanks dat we zelf altijd slachtten en dus voor ons eigen vlees zorgden stond er nooit uitgebakken vet spek en kaantjes bij ons op het menu. Later hoorde ik dat mijn moeder, die ook opgegroeid was op een boerderij, het nooit lekker gevonden heeft en toen ze het zelf kon bepalen, vermeed.
Wat een mooi verhaal. Dank je voor het delen. Eten gewoon met de handen … heerlijk toch?